maandag 13 oktober 2008

Tokyo deel 2

Hallo jongens, wat is het al weer lang geleden zeg!

Op dit moment schrijf ik dit bericht thuis in mijn nog altijd internetloze kamer. Ik ga het uploaden op een plek in de buurt van waar ik woon die we ‘Het Internetpark’ hebben genoemd. Een briljante ingeving van onze grote vriend Fritsie.

Ik ben zoals het vorige bericht al zei al meer dan een week in Kyushu, maar ik heb jullie nog niets verteld over het Tokio na mijn laatste post (die voor de nekonabe dus).

Als ik het me goed herinner eindigde de vorige post met de Tokyo Tower.

Ik weet het allemaal niet meer zo goed op volgorde, maar ik ben (waarschijnlijk gewoon de volgende dag) naar Yokohama geweest. Yokohama is eigenlijk niet Tokio, en het ligt ook netjes in een andere provincie, maar eigenlijk is het gewoon Tokio. We zijn gewoon vanaf station Shibuya de trein in gestapt, en stapten er in Yokohama weer uit. Onderweg was er niks te merken van een scheiding tussen twee steden, en in het oneindige uitzicht op wolkenkrabbers (of rommelig geplaatste huisjes zoals het Tokio betaamt) was geen verandering zichtbaar. Maargoed, in Yokohama is een grote Chinatown (naar verluidt de grootste ter wereld?) dus daar gingen we eten. Ik had zoals gewoonlijk heel erg honger, dus het was lekker. Ik denk dat het ook lekker was geweest als ik niet zoveel honger had gehad, maargoed. Er bevond zich ook nog een chinese tempel in Chinatown, die op een aangeklede Japanse tempel leek. Hieronder foto’s.

Verder is er eigenlijk niet zoveel te beleven in Yokohama, behalve een rotonde-loopbrug, en een mini-pretparkje. Vanuit het reuzenrad was de omgeving goed te zien. Niet iedereen vond het reuzenrad een even geslaagd idee (het was redelijk hoog), maar ikzelf vond het prachtig.

Toen ik die dag terugkeerde naar mijn verblijfsplaatsch, ontdekte ik dat er in de buurt een festival aan de gang was. Op de toegangsweg naar de tempel stonden enorm veel kraampjes naast elkaar, waar van allerlei dingen (vooral eten) werd verkocht. Ieder tentje had zijn eigen specialiteit, en het eten wordt live voor je gebakken. Een geweldige uitvinding. Alles is lekker en niet eens zo duur (wel wat duurder dan gewoon, maargoed).

Ik ben de dag erop naar Akihabara gegaan. Akihabara is een wijk in Tokio die bekend staat om meisjes in zogenaamde maid-costuums, en enorme uithangborden waar reclame voor games en anime op staan. Ik was benieuwd en wilde het met eigen ogen zien, dus dat deed ik. Ik voelde me wel heel erg een toerist toen ik uitstapte op het station, omdat de hele trein vast dacht dat ik een toerist was. Wat overigens ook waar was. Akihabara stelde eigenlijk niet zoveel voor, maar er was wel een winkel met roltrappen naar boven, maar niet naar beneden (dat mocht je lekker met den beenenwaachen doen). Ik ging naar het station van Ryogoku, dat redelijk in de buurt lag. Daar was het Edo-historisch museum. Het museum van de buitenkant zag er uniek uit. Het was een soort enorme bak beton die op vier (of meer ofzo) poten stond. Je kon er dus onderdoor lopen, en met een heel lange roltrap naar boven. Het museum bestond vooral uit manquettes, waaronder een hele grote. Edo is trouwens hoe Tokio vroeger heette, dus het museum ging min of meer over de geschiedenis van Tokio. Ik had geen zin om de bordjes te lezen omdat het in moeilijk Japans was, en weigerde het Engels te lezen omdat ik Japans hoor te kunnen. Achteraf heb ik hier wel spijt van omdat het museum vast interessant was geweest als ik wel wat had gelezen, maarja. Oefenen dus!

De dag daarna ben ik naar de woning van de Keizer gegaan. De keizer heeft het goed voor elkaar. Hij woont in een enorm park, dat keurig wordt onderhouden, in schitterende Japansige huisjes. Ik dacht eerst dat het park alles was, maar er was meer. Over het water kon je een aardige tuin zien. Hieronder foto’s.

De volgende avond (of waarschijnlijk die van dezelfde dag) kwam er een hoop volk op bezoek. Samen met een hoop mensen uit Miyazaki, een plaatsje op Kyushu, zijn we wat gaan eten, en daarna wat wezen drinken. Het was best aardig, maar men praatte wat snel. Er bleven er twee slapen, en ze besloten mij de volgende dag mee te nemen naar Ikebukuro. Ook Akki, (eigenlijk heette hij Hiroaki) een wat getroubleerde jongen, ging mee. Ik snapte het niet precies, maar ze wilden geloof ik naar een cafe waar een of andere toffe peer ze ging bedienen ofzo. In ieder geval, dat was dicht, dus jammerdepammer. Daarna gingen we naar... jawel... een cafe. Niet zomaar een cafe trouwens. De doelgroep is alleenstaande mannen rond de 40, en daarom zijn de serveersters aangekleed in uitermate overdreven tuttige jurkjes. Het zou me niet verbazen als ze ook nog konijnenoortjes op hadden gehad. We waren met z’n vieren de enige onder de 25, (de serveersters tellen niet), maar we werden gelukkig op dezelfde manier behandeld door de serveersters als de rest van het manvolk. Ik vond het een uiterst vreemde ervaring. Het volgende cafe was misschien nog wel schokkender. Het type cafe heet Danso, wat je schrijft met de karakters voor ‘man’ en ‘kleding’. Jawel, vrouwen verkleed als mannen. Volgens mij heeft dit ermee te maken dat het ideaalbeeld van de man in Japan het hebben van een meisjesachtig gezicht includeert. Dit cafe zat dus vol met meisjes van rond de 25~30 (of zijn dat vrouwen?). De ‘obers’ praten zo mannelijk mogelijk, wat trouwens heel grappig klinkt, hebben hun haar stoer, en gedragen zich kortaf op een coole manier. Ook uiterst dubieus dus. En nog duur ook trouwens.

Tot zover het feest voor deze keer. De volgende keer schrijf ik over Kyoto, Osaka en Kobe, en daarna komt Fukuoka aan de beurt. Foto's komen ook pas als ik internet op mijn kamer heb.

dinsdag 7 oktober 2008

Mensen!

Hallo menschen,

Ik ben nu ongeveer, nee precies een week in Fukuoka, waar ik nog steeds geen internet heb. Ik heb wel een flitsende flaptop gekocht, maar het internet lijkt nog even op zich te laten wachten. Gister een rekening bij de Fukuokaginko (bank van Fukuoka) geopend, dus het aanvragen van internet zou moeten lukken nu. Jullie merken het wel als er weer wat meer op de blog komt te staan.

Tot dan toe laat ik jullie nog ff wachten.

Laters!