vrijdag 12 december 2008

Hallo! Ik had niks te doen op een vrijdagavond (deze vrijdagavond), dus toen heb ik mezelf over mijn onwil gezet, en ben ik gewoon gaan schrijven.

De laatste post die op mijn blog staat is van, wat zou het zijn, inmiddels een maandje of drie geleden.Er zal in de tussentijd wel veel gebeurd zijn denken, jullie! En dat is misschien ook wel zo.
Helaas weet ik het allemaal niet zo goed omdat het leven hier normaal is geworden. Een gedetailleerd verslag kan ik jullie dus niet echt geven. Wel kan ik vertellen dat ik tafeltennis. Als ik dat al had gezegd dan moeten jullie me dat maar vergeven, maar ik tafeltennis wel. Niet professioneel ofzo. Behoorlijk amateuristisch zelfs. In ieder geval, op de begane grond van een van de gebouwen die bij het complex horen waar ik in woon staat een tafeltennistafel (mooi woord). Toen fritsie daar achterkwam zei hij niks anders meer dan ‘takkyuu shitai’ of ‘takkyuu shiyou?’. Dat betekent respectieveluk: ‘ik wil tafeltennissen’ en ‘kom we gaan tafeltennissen’. Hij ging zelfs zo ver om zelfs pingpongballetjes (ook ‘n mooi woord) eigenhandig te kopen. Toen moesten we wel. Zoals ik had verwacht kon ik het niet echt, maar wat ik niet had verwacht is dat het eigenlijk heel leuk is. Maargoed, dit ligt reeds drie maanden in het verleden, dus zoals je mag verwachten zijn mijn tafeltennisvaardigheden enigszins toegenomen, hoewel ik nog niet tegen Loesje opkan, als ik het zo hoor. Vooral haar gebaren die ze zegt te maken tijdens het spelen boezemen mij angst in.
Behalve dat ik tafeltenis, ga ik ook naar school. In Leiden werd ons verteld dat we ‘naar de uni(versiteit) gaan’ moeten zeggen, maar hier mogen we geloof ik school zeggen. School is leuk, of in ieder geval leerzaam. Aan het begin van het jaar, dat was dus ergens in oktober (onee het is twee maanden geleden, geen drie), moesten we allemaal deelnemen aan een plaatsingstest, waar ik helemaal geen zin in had. Ik ben uiteindelijk geplaatst in een klas voor Kanji (voor de leken; dat zijn de chinese karakters), wat ook wel moet, en een klas voor begrijpend lezen. Allebei best aardig.
Bij Kanji vermaak ik me altijd wel. Shimizu-sensei heeft echt een grenzeloos grote voorraad annekdotes die het altijd leuk maken om les van haar te krijgen. Begrijpend lezen was wel oke, maar het werd wel duidelijk dat de stof eigenlijk te kort was voor de lestijd, wat ertoe leidde dat de docente een vrij groot gedeelte van de tijd monlogen hield.
Daarnaast hebben we nog ‘keuzevakken’. Tussen aanhalingstekens omdat het niet echt keuzevakken zijn; je moet ze namelijk kiezen. Uit zeven opties zijn er vier vakken die in oktober begonnen, en drie die in januari pas beginnen, maar om het tijdgebrek te compenseren wel twee keer per week zijn. Ik heb gekozen voor opties B en D, en )ik geloof) E. Dat zijn er inderdaad drie, geen vier. Maar dat is niet erg want ik volg wat andere vakken die dat compenseren.
B is saai. We lezen in de les met z’n allen zin voor zin een tekst hardop voor, en daarna zouden we moeten discuseren,* maar wat er eigenlijk gebeurt is dat de leraar (ik ben z’n naam zelfs vergeten) een enorm lang verhaal houdt over wat hij hiervan denkt, en dan vraagt ie af en toe, omdat het moet, ‘hoe werkt dat in Taiwan?’ of ‘hoe zit dat in Deutschland?’. Leuk, maar als hij de respons heeft gehoord gaat ie ons gauw weer vertellen hoe het in Japan werkt. Niet vervelend, maar we zouden onze tijd nuttiger kunnen besteden, denk ik dan. Wel moeten we voor datzelfde vak elke week een soort verslag schrijven van een a4tje dat uiterst streng wordt nagekeken, dus dat is wel leerzaam. Daarkomt trouwens bij dat deze meneer van rond de zestig een enorm vage uitspraak heeft en bovendien heel snel praat. Goeie luisteroefening dus.
Het andere vak (D dus) is wel ok. De lerares (Hikita) trekt (ik quote Diego hier) een gezicht alsof haar kat gister is overleden, wat een gevoel van medelijden opwekt. Kwa(qua?) inhoud is D een stuk meer op de leerling gericht. We zitten in groepjes en dan gaan we praten over teksten dien we hebben gelezen. Goed voor je Japans, en de Koreanen zijn grappig. Helaas is het vak op vrijdag het eerste uur, dus het kost altijd grote moeite om op tijd te komen, wat we de laatste keer ook te horen hebben gekregen van een door katten bestorven Hikita-sensei.
Verder hebben, wat denk ik mijn favoriete vak is, het zogenaamde ‘Een inleiding tot de Japanse taal en cultuur’ (in het Japans klinkt het toffer hoor; 日本語・日本文化概論 voor de gelukkigen die het kunnen lezen). In ieder geval, iedere week lezen we een stuk Japanse literatuur, meestal van voor de oorlog. Dat is opzich al best aardig, maar over het gelezen stuk beantwoorden we iedere week een aantal vragen (schriftelijk), die zo zijn gesteld dat ze je dwingen na te denken over de tegenstellingen en karakteristieken van het gelezen stuk. Heel interessant. Het doel van het programma is in de eerste plaats ook niet ‘Japans leren’, maar ‘leren nadenken, en daarna je gedachten in het Japans uitdrukken’, aldus Shimizu-sensei, die ook dit vak geeft. Eeh, verder hebben we elke week het 5e uur ( het laatste, duurt tot tien over zes ofzo), ‘onderzoeksmethoden’ of iets dergelijks. We lezen er elke week een verschillend onderzoek. Tot nu toe waren het alleen maar pruttie onderzoeken, waar inhoud, een goede lijn, een rode draad, een antwoord op de hoofdvraag, een hoofdvraag etc. etc. aan ontbrak. Om ons te leren hoe het niet moet. Het is namelijk de bedoeling dat we aan het eind van dit jaar een behoorlijk serieus onderzoeksverslag hebben gesschreven over het onderwerp waar we ons op willen richten. Het onderwerp is onderhevig aan individuele vrijheid, en je mag dus helemaal zelf weten waar je je op stort. Ik heb gekozen om te kijken naar de ontwikkelijk en het gebruik van de ontkennig van het Japanse koppelwerkwoord door de eeuwen heen. Dat klinkt echt ongeloofelijk saai, en ik heb zelf ook geen idee waarom ik het zo leuk vind, maar het boeit me nou eenmaal heel erg. Ik heb al een professor achter me staan die me stilletjes aanmoedigt en me heeft toegezegd dat ik voor vragen altijd bij hem langs kan komen. Hij is namelijk gespecialiseerd in Japanse historische taalkunde. Perfect dus! =D


Hmmm, ik geloof dat dat het eventjes was voor deze keer. Ik heb nog veel meer te schrijven, maar het is a) niet leuk om alles in een keer te verspillen, en b) dan moeten jullie een ellenlang verhaal lezen en iedereen is druk dus daar is dan geen tijd voor ofzo. In ieder geval, ik laat het hierbij voor deze keer. Hopelijk heb ik jullie vertrouwen teruggewonnen. Dan kan ik mijzelf namelijk even een pauze van het vele schrijven gunnen.
De volgende keer vertel ik over het schoolreisje naar de Aso-vulkaan (ja echt, hij heet Aso), mijn reis naar Hokkaido die ik op het moment van schrijven nog niet heb gemaakt (ik vertrek de 23e) en misschien iets over andere aspecten van het dagelijks leven, zoals eten ofzo.

Doeidoei!

* zo spel je dat, DjimW

maandag 8 december 2008

Oja, hallo!

Da's waar ook. Ik had een blog. Ik heb geen zin en tijd (het is bijna bedtijd) om iets te schrijven nu, maar ik geloof dat ik een maandje of twee terug iets in en worddocumentje had opgeslagen. even kijken hoor.

Oh ik heb m! Zijn jullie even blij!

Komt ie he

---------

Hej koeken en peren, lang geleden!

Ik kan me alleen nog maar aan de hand van de foto’s die ik heb gemaakt herinneren wat ik allemaal heb gedaan, de laatste weken in Tokyo. (Is dat omdat mijn geheugen slecht is, of omdat ik te veel heb gedaen???)

Maar eerst even mijn verhaal over Fukuoka, omdat dat nog wel versch in mijn geheugen staat. Ik vertrok gisterochtend uit Tokyo, waar het overigens rond de 18 graden en bewolkt was. Het vliegtuig was wat gammel, maar dat krijg je als je een vlucht voor zeventig euro boekt. Ik hoefde nauwelijks te wachten, en ook de vlucht zelf viel mee. In Fukuoka was het wel heet. Anyways, ik werd opgewacht door mijn Tutor, en iemand die op Kyudai (dat is Kyushu University, waar ik ga studeren). Mijn tutor is wel een vlotte jongen, hij had een petje op, en een shirt met ‘Be silent, Be Sexy Be cool Be good’ of zoiets erop in hiphop-gothic letters. Verder een heel aardige kerel. Tegen mijn verwachting in werden we met de taxi gebracht naar de Kaikan. Eh de Kaikan is denk ik wat eigenlijk een Dormitory heet. Iig een stel gebouwen waar studenten tijdelijk in wonen. De taxi werd voor me betaald en ik moest allerlei formulieren invullen. Verder kreeg ik ook een envelop met 150.000 yen in m’n handen geduwd, en daar was ik wel blij mee. Ik heb met m’n tutor gelijk allemaal spullen gekocht in de enorme supermarkt aan de overkant. Maar eerst heb ik een flitsende laptop gekocht. Hij is wit, romig, VAIO en snel. Meer weet ik er niet van. Daarna dus spullen voor in het huis gekocht, zoals een Futon, een dekbed, hoofdkussen, kussensloop, eten, een nieuwe portemonnee, etc. In het winkelcentrum heb ik trouwens ook nog Fukuoka’s specialiteit Tonkotsu (letterlijk varkensbot) raamen gegeten. Raamen is noodlesoep, en dat het tonkotsu heet heeft te maken met het feit dat men varkensbotten kookt voor de smaak. Een soort boullion dus. Het was echt enorm lekker (en vet)!
Michiel is, ook tegen de verwachting in, in de kamer naast mij ingetrokken. Dat wilden we eigenlijk allebei niet omdat het dan misschien wat te gezellig wordt, maar we hebben ons erbij neergelegd. Het was inderdaad gezellig.

De tweede dag heb ik eigenlijk niet zoveel gedaan, ondanks abitieuze plannen van Michiel en mij om Fukuoka te verkennen. We zijn vooral eigenlijk naar de Jasco gegaan, een twee verdieping grote supermarkt/blokker/bijna-IKEA, waar we nog meer spullen hebben gekocht, zoals een wasmand, deodorant, en bestek. Ik had ook zeep gekocht maar die kan ik nu nergens meer vinden dus ik koop er later nog wel een.

De derde dag, vrijdag, was de dag waarop wij ons inschreven bij de gemeente Fukuoka. Mijn mentor was ook gekomen, als een van de weinige mentoren, wat ik erg tof van ‘m vond. Met de bus vanaf hier naar de campus, waar we in een lokaaltje werden geduwd, en een formulier invulden. Dat formulier leverden we later in bij het ‘wijkbureau’ (ik weet niet hoe ik het anders zou moeten noemen), waar we heen waren gelopen. De wachttijd duurde langer dan had gehoeven, maar dat was een mooie kans om een beetje te praten met mijn toekomstige klasgenoten. Samen met Jakob (een Duitser) en Diego (een Italiaan), zijn Michiel en Milan de enige Europeanen in de klas. Niet geheel ontoevallig raakten wij vieren dan ook met elkaar aan de praat en besloten te lunchen in de Shokudo, de kantine. We hadden een Aziatische indringer in ons Europese enclave, een heel aardige Koreaan op wiens Japans ik jaloers ben. De mentor van Duitsland was ook gekomen, en de mijne nam bleef er ook even bij staan kijken toen wij aten. Hij had zelf les rond die tijd, dus hij vertrok snel op zijn flitsende kruising tussen een scooter en een motor naar de andere campus. We bleven dus met z’n zessen over, en besloten naar Tenjin te gaan, een flitsende wijk in Fukuoka (ik weet niet in welk gedeelte) waar we met de metro heengingen. De metro was trouwens echt een verademing. In Tokio komt het bijna niet voor dat je kan zitten in de trein, ook al is het tijdens werktijd op een rustige dag. Nou op het station was al bijna niemand te bekennen, en in de metro zelf al helemaal niet. Heerlijk. Tenjin zelf was ook niet al te druk, en we vertrokken naar de 100Yen shop waar alles 100yen kost (inclusief belasting 105 (jawel, de belasting in Japan is 5%, da’s wel even wat anders dan de 19% die jullie stakkers daar hebben)). Ik kocht geloof ik een bekertje met bloemetjes erop. In Tenjin was een Starbucks waar we heengingen. Ik heb de Duitser Jakob een Frappecino laten drinken, maar hij vond het niks anders dan een milkshake. Typisch Duits natuurlijk weer hoor.
Even kijken, wat deden we daarna ook al weer... Euja! We gingen met iedereen terug, en deden nog wat inkopen voor meneer Diego, maar dat stelde niet zoveel voor. Hij probeerde de Japanner uit te hangen dus zei hij dat we maar naar huis moesten gaan en dat hij later zelf wel de rest kocht.
Dat deden we dus en we besloten te om half 7 verzamelen in de keuken opde 2e verdieping (mijn huis woont op de 3e) om dan ergens te gaan eten. Er was niemand in de keuken behalve de Koreaan (hij heet Min Sung geloof ik, maar ik kan het niet onthouden), die ons naar buiten bracht. Daar waren wel mensen. Best wel veel zelfs. De helft van de Koreanen uit mijn klas was meegegaan (allemaal meisjes, een stuk of 6) en verder nog iemand waarvan ik niet zo goed begreep wat ie hier deed. We gingen eten en kwamen na wat bier gekocht te hebben (ik kocht ingeblikte Mango-cocktails voor 100yen) gingen we zitten in de keuken op de 3e verdieping om daar te praten ofzo. Het was heel gezellig totdat een gozert in een politiepak ons kwam vertellen dat we niet mochten drinken in de keuken. We hadden wel gelezen dat dat op de muur stond, maar een ander briefje aan de muur zei dat het pas na 10en verboden was alcohol te nuttigen, dus we besloten daar in te geloven. De politiemeneer was het er niet mee eens, dus toen was het afgelopen.
In het nabije parkje kan men om een of andere reden wireless-LANnen, dus het is daar altijd dichtbevolkt. Niemand heeft nog een bankrekening, en dus ook geen internet, en daarom moeten wij studenten het doen met het draadloze internet dat volgens mij een per ongeluk niet beveiligd huisnetwerkje is. Het is in ieder geval een vreemd gezicht om ’s avonds in een partkje een stuk of 15 studenten die allemaal een laptop bij zich hebben te zien zitten (er stond er ook een).

---------

Volgende keer (wanneer zou dat zijn??????) meer.

Sorry dat ik jullie zo lang heb laten wachten waardoor jullie vast het vertrouwen zijn kwijtgeraakt dat er ooit nog iets nieuws op dit blog te staan komt. Het zal wel even duren voordat ik weer wat reacties krijg. Maar dat maakt niet uit. Tijd genoeg =)

maandag 13 oktober 2008

Tokyo deel 2

Hallo jongens, wat is het al weer lang geleden zeg!

Op dit moment schrijf ik dit bericht thuis in mijn nog altijd internetloze kamer. Ik ga het uploaden op een plek in de buurt van waar ik woon die we ‘Het Internetpark’ hebben genoemd. Een briljante ingeving van onze grote vriend Fritsie.

Ik ben zoals het vorige bericht al zei al meer dan een week in Kyushu, maar ik heb jullie nog niets verteld over het Tokio na mijn laatste post (die voor de nekonabe dus).

Als ik het me goed herinner eindigde de vorige post met de Tokyo Tower.

Ik weet het allemaal niet meer zo goed op volgorde, maar ik ben (waarschijnlijk gewoon de volgende dag) naar Yokohama geweest. Yokohama is eigenlijk niet Tokio, en het ligt ook netjes in een andere provincie, maar eigenlijk is het gewoon Tokio. We zijn gewoon vanaf station Shibuya de trein in gestapt, en stapten er in Yokohama weer uit. Onderweg was er niks te merken van een scheiding tussen twee steden, en in het oneindige uitzicht op wolkenkrabbers (of rommelig geplaatste huisjes zoals het Tokio betaamt) was geen verandering zichtbaar. Maargoed, in Yokohama is een grote Chinatown (naar verluidt de grootste ter wereld?) dus daar gingen we eten. Ik had zoals gewoonlijk heel erg honger, dus het was lekker. Ik denk dat het ook lekker was geweest als ik niet zoveel honger had gehad, maargoed. Er bevond zich ook nog een chinese tempel in Chinatown, die op een aangeklede Japanse tempel leek. Hieronder foto’s.

Verder is er eigenlijk niet zoveel te beleven in Yokohama, behalve een rotonde-loopbrug, en een mini-pretparkje. Vanuit het reuzenrad was de omgeving goed te zien. Niet iedereen vond het reuzenrad een even geslaagd idee (het was redelijk hoog), maar ikzelf vond het prachtig.

Toen ik die dag terugkeerde naar mijn verblijfsplaatsch, ontdekte ik dat er in de buurt een festival aan de gang was. Op de toegangsweg naar de tempel stonden enorm veel kraampjes naast elkaar, waar van allerlei dingen (vooral eten) werd verkocht. Ieder tentje had zijn eigen specialiteit, en het eten wordt live voor je gebakken. Een geweldige uitvinding. Alles is lekker en niet eens zo duur (wel wat duurder dan gewoon, maargoed).

Ik ben de dag erop naar Akihabara gegaan. Akihabara is een wijk in Tokio die bekend staat om meisjes in zogenaamde maid-costuums, en enorme uithangborden waar reclame voor games en anime op staan. Ik was benieuwd en wilde het met eigen ogen zien, dus dat deed ik. Ik voelde me wel heel erg een toerist toen ik uitstapte op het station, omdat de hele trein vast dacht dat ik een toerist was. Wat overigens ook waar was. Akihabara stelde eigenlijk niet zoveel voor, maar er was wel een winkel met roltrappen naar boven, maar niet naar beneden (dat mocht je lekker met den beenenwaachen doen). Ik ging naar het station van Ryogoku, dat redelijk in de buurt lag. Daar was het Edo-historisch museum. Het museum van de buitenkant zag er uniek uit. Het was een soort enorme bak beton die op vier (of meer ofzo) poten stond. Je kon er dus onderdoor lopen, en met een heel lange roltrap naar boven. Het museum bestond vooral uit manquettes, waaronder een hele grote. Edo is trouwens hoe Tokio vroeger heette, dus het museum ging min of meer over de geschiedenis van Tokio. Ik had geen zin om de bordjes te lezen omdat het in moeilijk Japans was, en weigerde het Engels te lezen omdat ik Japans hoor te kunnen. Achteraf heb ik hier wel spijt van omdat het museum vast interessant was geweest als ik wel wat had gelezen, maarja. Oefenen dus!

De dag daarna ben ik naar de woning van de Keizer gegaan. De keizer heeft het goed voor elkaar. Hij woont in een enorm park, dat keurig wordt onderhouden, in schitterende Japansige huisjes. Ik dacht eerst dat het park alles was, maar er was meer. Over het water kon je een aardige tuin zien. Hieronder foto’s.

De volgende avond (of waarschijnlijk die van dezelfde dag) kwam er een hoop volk op bezoek. Samen met een hoop mensen uit Miyazaki, een plaatsje op Kyushu, zijn we wat gaan eten, en daarna wat wezen drinken. Het was best aardig, maar men praatte wat snel. Er bleven er twee slapen, en ze besloten mij de volgende dag mee te nemen naar Ikebukuro. Ook Akki, (eigenlijk heette hij Hiroaki) een wat getroubleerde jongen, ging mee. Ik snapte het niet precies, maar ze wilden geloof ik naar een cafe waar een of andere toffe peer ze ging bedienen ofzo. In ieder geval, dat was dicht, dus jammerdepammer. Daarna gingen we naar... jawel... een cafe. Niet zomaar een cafe trouwens. De doelgroep is alleenstaande mannen rond de 40, en daarom zijn de serveersters aangekleed in uitermate overdreven tuttige jurkjes. Het zou me niet verbazen als ze ook nog konijnenoortjes op hadden gehad. We waren met z’n vieren de enige onder de 25, (de serveersters tellen niet), maar we werden gelukkig op dezelfde manier behandeld door de serveersters als de rest van het manvolk. Ik vond het een uiterst vreemde ervaring. Het volgende cafe was misschien nog wel schokkender. Het type cafe heet Danso, wat je schrijft met de karakters voor ‘man’ en ‘kleding’. Jawel, vrouwen verkleed als mannen. Volgens mij heeft dit ermee te maken dat het ideaalbeeld van de man in Japan het hebben van een meisjesachtig gezicht includeert. Dit cafe zat dus vol met meisjes van rond de 25~30 (of zijn dat vrouwen?). De ‘obers’ praten zo mannelijk mogelijk, wat trouwens heel grappig klinkt, hebben hun haar stoer, en gedragen zich kortaf op een coole manier. Ook uiterst dubieus dus. En nog duur ook trouwens.

Tot zover het feest voor deze keer. De volgende keer schrijf ik over Kyoto, Osaka en Kobe, en daarna komt Fukuoka aan de beurt. Foto's komen ook pas als ik internet op mijn kamer heb.

dinsdag 7 oktober 2008

Mensen!

Hallo menschen,

Ik ben nu ongeveer, nee precies een week in Fukuoka, waar ik nog steeds geen internet heb. Ik heb wel een flitsende flaptop gekocht, maar het internet lijkt nog even op zich te laten wachten. Gister een rekening bij de Fukuokaginko (bank van Fukuoka) geopend, dus het aanvragen van internet zou moeten lukken nu. Jullie merken het wel als er weer wat meer op de blog komt te staan.

Tot dan toe laat ik jullie nog ff wachten.

Laters!

vrijdag 19 september 2008

Nekonabe! (猫鍋)

Letterlijk betekent het 'kattenpan'.
Het is niet echt een blogentry, maar ik wil graag dat iedereen dit bekijkt.

Wij van Huijze Royal Park te Tokio verzoeken Dhr. D.C. Van Berlo om met zijn recentelijk gekochte camera een filmpje van soortgelijke strekking te maken, en deze dan op YouTube te zetten. De te gebruiken voorwerpen zijn:
1 aandoenlijkje
1 pan (ik denk dat die witgeschilderde (ik heb mijn haar geschilderd) metalen slabak goed is).
100% doorzettingsvermogen




---------

Iedereen bedankt voor de reacties op de eerder posts!
Ik ga morgen naar Kyoto, Osaka en Kobe. Ik post daarna weer. Ik vertrek de eerste van oktober richting Fukuoka trouwens.

zaterdag 13 september 2008

11,12


De 11e van september heb ik de winkelwijk Ginza bezocht. Het is een soort van PC Hoofdstraat achtige toestand, met winkel zoals Gucci, Hermes, Coach en dat soort dingen. Er is daar ook een winkel die Kimuraya heet. Kimuraya heeft als eerste het zogenaamde an-pan uitgevonden. Pan betekent brood, en an is een soort zoete, donkerbruine halfdoorzichtige pasta gemaakt uit soyabonen. Brood met an erin dus. Hier heb ik dan ook, netjes zoals het hoort, een An-pannetje gegeten. Verder valt er niet zoveel te vertellen over Ginza. Onderweg van Eifuku, waar ik verblijf, naar Ginza kwamen we bij station Shibuya nog een hele toestand tegen. Onlangs is de primier van Japan afgetreden. Er sprak daar een aantal mensen, die hem graag zouden willen opvolgen. Een boel mensen stond te kijken, en er waren ook diverse tv-ploegen aanwezig.










Hieronder foto's van Ginza.
















De laatste foto is binnenin een winkel die Mitsukoshi heet. Kan misschien bekend klinken. Het is een winkel met allemaal siraden, hoedjes, en dure spullen. Japanners zijn gek op dat soort dingen. Vooral de dingen die wij overdreven vinden koopt men hier met plezier. In de kelder van de Mitsukoshi zag ik een bijzonder tafereel. De hele kelderverdieping stond vol met kleine, hoe zal ik het noemen, stands, die elk verschillende dingen verkochten. Van sushi tot cakejes.

---------

Op de 12e had ik 's middags niets te doen. Ik ben geloof ik thuis gebleven en heb me verveeld met mijn email. 's Avonds echter, ben ik eerst naar Shinjuku gegaan om wat dingen te regelen. Shijuku is cool:














Daarna ben ik naar de wijk Minato gegaan, om daar, heel flitsend allemaal, naar een receptie van de 'Sakura Group' te gaan, waarvoor Natsumi mij had uitgenodigd, die op haar beurt weer was uitgenodigd door een vriendin. De Sakura Groep heeft iets te maken met Nederland. Het was me niet helemaal duidelijk wat, maar er was iemand die met de ambassade te maken had (die van Nederland in Japan). Volgens mij was het de persoon die de huidige ambassadeur op zal volgen. Ik heb even met hem gepraat, maar het kwam niet veel verder dan of ik nou cous-cous in de Currysoep zou doen of niet. Er kwamen verder allemaal oude Japanners op me af die met me wilde praten. Maar ze praatten onduidelijk en ik kon ze niet echt verstaan.
Als klap op de vuurpijl zongen we Nederlands superhits. Liederen zoals Tulpen uit Amsterdam, Slaap kindje slaap, en Poesje mauw bleven niet ongespaard. Nadat ik met een stagier (hoe schrijf je dat) flink had gelachen om het feit dat in een duur hotel een groepje Japanners Poesje mauw zong, heb ik toch ook maar meegezongen.













Omdat het schitterende namaaksel van de Eiffeltoren, de Tokyo Tower zich recht achter het hotel waar de receptie werd gehouden bevond, besloten we deze te beklimmen. Gelukkig was er een lift dus hoefde dat niet. Het was niet duur om tot halverwege te gaan. Rond de 150m. Het kostte wel een redelijke berg om naar de top (333m) te gaan. gelukkig waren er geen kaartjes meer beschikbaar dus hoefde we daar geen geld aan te spenderen. Hieronder wat foto's van de Tokyo Tower, en het uitzicht op de eindeloze stad Tokio. Als laatste dan toch maar een foto van de treinen. Helaas geen stationmedewerkers die iedereen de trein in perst, hoewel ik die wel heb gezien. Sterker nog, ik zat toen in de trein die volgeduwd werd. Een vreemde ervaring, maar om een of andere reden heb je toch niet het gevoel dat je iedereen, en iedereen jou op de huid zit, al is dat iig in fysieke zin natuurlijk wel zo.

















dinsdag 9 september 2008

Tokio 8-9-10

Met mijn 38 kilo bagage kwam ik op Narita aan. Visum laten maken, map met gegevens bij de douane laten liggen, bagage op een karretje gegooid, naar boven gerend om mijn map te pakken, en naar de uitgang. De trein was niet zo flitsend als ik had gedacht, en leek meer op een metro. Ik zat er ongeveer twee uur in, en kwam uiteindelijk uit op Eifukucho-station. (Eifuku is een wijk een Tokio). Het zag er daar ongeveer zo uit (eerste foto):









Eenmaal op mijn bestemming aangekomen zette ik mijn eindelijk bagage neer.

Wat later besloot ik een kijkje te nemen in Tokio. In de wijk Kichijoji zijn onder andere, een boekenwinkel, een winkel met lekker bolletjesijs (de bolletjes waren perfect rond), en een grote electronicazaak die er precies uitzag zoals het hoort. (tweede foto boven). Verder heb ik in nog wat winkels rondgelopen, en uiteindelijk toegegeven aan mijn vermoeidheid en teruggegaan, na een maaltijd kip met groente te hebben gegeten, die uiteraard vergezeld ging van misosoep en rijst.

---------

Vandaag was een productievere dag.
Na Michiel's blog te hebben gelezen, en bekeken, besloot ik ook maar eens een blik te werpen bij de Meiji-Jinguu, een tempel. Het resultaat is hieronder te zien.







Ik weet niet precies waarvoor het diende, maar er was een enorme muur vol met lantaarns, zoals op de eerste foto te zien is. Het tweede ding is een torii. Een poort dus, en het derde plaatje geeft de eigenlijke toegang tot het hele gebeuren weer. Er was niet zo veel te doen, maar het zag er wel mooi uit, en de sfeer vond ik er prettig.

Na de Meiji-jingu gezien te hebben, heb ik een stukje door Harajuku gelopen, de buurt in de buurt van de Jingu. Het was er druk, met gebouwen van ongeveer 4 a 5 verdiepingen hoog en redelijk kleine straatjes, maar vooral de mensen maakten het er druk. Heel veel jongelingen met makeup op (de meisjes alleen denk ik) die naar de grote varieteit aan kleding keken.
Een stukje verderop was een min of meer Champs-Elysees (hoe schrijf je dat eigenlijk?) achtige straat. Ben daar het winkelcentrum ingegaan. Of nouja, winkelcentrum... het was een soort verzameling van heel dure en trendy winkels, zoals dolce en gebana en dat soort zaken. Er hing wel een leuk bordje:








Over het tweede plaatje: ik wist niet wat ik zag toen ik hier langs liep. Dit is een winkel die gespecialiseerd is in condooms geloof ik, maar dan natuurlijk niet zonder bijbehorende plaatjes, vrolijke poppetjes en kleurtjes, en ook een blij figuurtje dat oogjes heeft.

De volgende stop was het gebouw van de NHK (Nippon Hoso Kaisha), min of meer de Japanse NOS. Ze hebben een soort van museum gemaakt in het hoofdgebouw, waar je voornamelijk doorheen kan lopen en kan lezen wat er op de informatiebordjes staat. Wat echt leuk was, was dat je van bovenaf in een studio kon kijken waar ze een dramaserie over het oude Japan aan het opnemen waren. Helaas mocht je geen foto's maken, dus dat heb ik dan ook niet gedaan. Verderop was een afbeelding van een of ander figuur uit 'n drama. Ik weet niet hoe ik het goed uit moet leggen, dus kijk maar op de foto. Wel kan ik zeggen dat het er in het echt echter uitzag dan op de foto.










Oh, deze winkel zag ik. Ik vond het wel een goeie grap, die o met streepje.
Hieronder zijn nog wat foto's van Shibuya, een wijk in Tokyo waar ook de NHK studio's zijn.
















---------

Vandaag (woensdag) ben ik met Natsumi en Sawano naar Asakusa geweest. Asakusa is een wijk waar veel buitenlandse toeristen komen, en waar dan ook veel winkeltjes zijn die allemaal 'typisch Japanse spullen' verkopen. Eerst zijn we 'monja' wezen eten. Monja is een soort van steengrillen, Tenminste, het is eten dat je zelf bakt, op een verwarmde plaat. Een zeer plezante bezigheid, moet ik zeggen.








Daarna zijn we naar de beroemde Sensoji gegaan, een grote Boeddhistische tempel in Asakusa. Hieronder de foto's. Mijn excuses voor het vreemde gezicht dat ik trek op de eerste foto (en de andere mensen ook), maar ik had een goede reden.















Toen vervolgden wij onze weg verder richting de Sumida-gawa. Op onze weg zagen we een gebouw met een mysterieus gouden object op het dak:









We liepen verder langs de rivier richting het noorden en kwamen een parkje tegen. Het Sumida-park. Bij de parkvijver zat een oude man brood te voeren aan de vissen, ganzen/eenden (het was een soort kruising tussen beiden) en schildpadden. Hij gaf ons ook brood, en hing een heel verhaal op over hoe hij wel eens een babyschildpad met een mes van zijn beed had moeten snijden. Ik deed alsof ik het begreep en lachte vriendelijk terug. De ganzen/eenden waren weggelopen dus we liepen naar de andere kant van de rivier om ze alsnog van voedsel te voorzien. Verderop in het park was een Shinto-tempel, genaamd Ushijima-jinja. Hieronder nog een foto van Shibuya.







---------

Cultuurtechnisch gezien is het echt anders hier. Op een of andere manier voelt het wel veilig (maar dat komt misschien gewoon omdat de warmte een warm gevoel geeft), maar niemand bemoeit zich met anderen. Vooral werkende Japanners zijn leuk. Het lijkt net alsof er een soort protocol is waarin staat hoe je moet praten als je een bepaalde baan hebt. Alle treinmachinisten hebben dezelfde manier van praten (een beetje alsof ze hun neus dichthouden), en als je een winkel binnenloopt zegt iedereen heel enthousiast 'welkom!' tegen je, en als je er weer uit loopt bedanken ze je uitvoerig. De manier waarop je het wisselgeld aangeboden krijgt is ook wel een plekje op dit blog waard. Het briefje dat je de kassabediende geeft om te betalen wordt aandachtig met twee handen aangepakt, en het wisselgeld legt men (ook met beide handen) in een speciaal bakje, waaruit de klant het zelf kan pakken. De bon onderop, met daarop het muntgeld. Ook hebben alle kassa's een soort kussentje dat met water vochtig gemaakt is. De twee kanten van plastic tasjes zitten normaal gesproken aan elkaar geplakt omdat ze nou eenmaal zo geleverd worden. De verkoper maakt zijn vinger vochtig met het kussentje, maakt het tasje open en vult het met al zijn of haar aandacht met de gekochte spullen. Je wordt als klant niet geacht hem/haar te bedanken.

Later meer.

maandag 8 september 2008

Post-landingsbericht

Ik dacht dat ik vliegen leuk vond, maar na vandaag ben ik toch enigszins van mening veranderd.

's Ochtends werd ik verwelkomd door enkele mensen (Herma en Inez), die mij samen met de rest van de moeders, en het broertje, naar Schiphol brachten.

Zoals je kan zien, lacht iedereen hier nog (behalve DjimW, die doet dom, en Loes, want die staat er niet op, en ik ook niet want ik ben het gezichtspunt).


Ook op schiphol was het nog wel leuk. De alleraardigste baliemedewerkster liet mijn bagage van 38 kilo gewoon in het vliegtuig stoppen, ondanks dat de limiet 30 kilo was, en ik maarliefst 8 kilo te veel aan spullen had. Normaal zou dit uitkomen op een bijbetaling van 688, met een bedrag van 86 euro per kilo.

Het was minder lachen geblazen bij het uitzwaaien waar ik helaas geen foto's van heb, maar het was ook weer niet heel dramatisch. Een goed afscheid vond ik het zelf.

Achter de douane heb ik, heel slim vond ik zelf (ook al was het niet mijn idee), gezocht naar een travelmask (dat is zo'n masker voor op je ogen dat al het licht zou moeten tegenhouden opdat de dragen rustig kan slapen), en een setje oordopjes (herriestoppers ofzo, niet het soort waar je muziek mee kan luisteren. Dat dachten bijde winkelbedienden aan wie ik het vroeg namelijk eerst). Ik hoefde me daarna maar een half uur te vervelen in de wachtruimte, en ik kon precies op de afgesproken boarding-tijd het vliegtuig instappen. Ik had een plekkie bij het raam, en dan ook nog eens boven de vleugel. Daar zit de nooduitgang namelijk en de alleraardigste mejuffrouw van eerder die mijn bagage had gesmokkeld had me ook bij de nooduitgang gezet, omdat daar extra beenruimte is.

De vlucht was niet zo interessant, maar was sneller voorbei dan ik had
verwacht. Ik geloof dat het zo'n twee uur kostte om te landen in Helsinki.
Een uurtje voor de landing kregen we, ik was blij verrast, lunch van de dames van Finnar. Ik ben vergeten wat, maar het was warm, en ik geloof iets met aardappelpuree... Best lekker, zeker voor vliegtuigeten.











De eerste foto is schiphol vanuit het vliegtuig, de tweede is een Finse pizza. Ik had heel erg veel honger en wilde iets eten. Ik had nog 15 euro over, dus ik ging maar in een pizzarestaurantje zitten. Zoals alle winkels op het vliegtuig, was het hier ook duur. Tenminste, ik vond het duur, maar ik was er blij mee, want mijn euro's kwamen bijna helemaal op. Wel jammer dat ik een pizza met salami wilde en een americana bestelde, wat het maaksel is dat je boven op de foto ziet is. Ik heb de stukjes ananas er los vanaf gegeten. Let ook op de cola die groot was. De laatste foto is de vertrekhal. Het was er saai.

Omdat ik nog nooit een vlucht heb gemaakt met een groot vliegtuig kwam ik voor een aangename verrassing te staan toen ik het toestel dat dienst deed tussen Helsinki en Tokio binnenstapte. Er lag op iedere stoel een op een badlaken lijkend dekentje
, een kussentje en een plastic tasje. Tot mijn ergernis zaten er in dat tasje een travel mask, en een setje oordopjes... In de achterkant van de rugleuning van de stoel zat een klein LCD schermpje. Weer zat ik bij het raampje (deze keer wel zelf geregeld) en er zat nog een iemand naast mij. Ik was best wel moe van het hele gebeuren en had me stellig voorgenomen deze vlucht te slapen. Na het avondeten dan maar. Het avondeten was trouwens ook lekker. Weer iets met aardappelpuree en hamburgertjes enzo, en er zaten soba (noodles) bij. Ik probeerde wat dingen uit met het LCD-schermpje, maar er was niks leuk genoeg om me op te kunnen concentreren. Dan maar slapen. Ik deed mijn eigen travelmask om, en mijn eigen oordopjes in, en deed mijn best. Maar natuurlijk lukte het niet. Dan probeerde ik maar weer eens wat Tangram-puzzels op te lossen, die kon je namelijk ook spelen op het LCD-schermpje. Dit herhaalde zich ongeveer tot 1 uur voor aankomst, want toen kregen we namelijk weer ontbijt. Daarna ging het weer door. Ik ben wel redelijk goed in Tangram nu, maar het laatste half uur had ik er echt genoeg van en wilde ik het vliegtuig uit. Ik had ook hoofdpijn.










Eerste foto spreekt voor zich. Het was niet lang na het vertrek, dus ergens boven west-rusland denk ik. De tweede foto laat weer eens zien hoe geweldig de Finse taal is. Dat tweede woord is echt schitterend. De laatste foto heb ik genomen omdat ik het mooi vond dat goed te zien is hoe de wolken zo strak hun schaduw op het water werpen.

Morgen vertel ik wat er gebeurd is nadat ik ben geland. Ik ben nu al heel erg lang wakker, en ook heel erg moe, dus ik ga hopelijk nu wel slapen. Tot morgen, of later.